Koopkracht volgens minister Van Hijum

In de aanloop naar het commissiedebat op 14 november stuurde minister Eddy van Hijum een brief naar de Tweede Kamer over verschillende pensioenonderwerpen. Een van de onderwerpen was koopkrachtbehoud, als reactie op het verzoek van de Koepel Gepensioneerden.

Waar veel politici het imago hebben een grote profileringsdrang te hebben, is minister Van Hijum bescheidener. In de brief is nauwelijks te zien dat sinds afgelopen zomer een nieuw kabinet de scepter zwaait.

De minister grijpt in zijn antwoord terug op enkele oudere rapporten van onder andere Netspar. Zo verwijst hij naar het rapport Inkomenseffecten bij en na invaren in het nieuwe pensioencontract, waarin onder andere te lezen is “Daar staat tegenover dat de kans op een toeslag van meer dan 1 procent ongeveer 50 procent bedraagt”. Oftewel: bij een inflatie van 1% is het fiftyfifty of u koopkrachtbehoud kunt realiseren. De meeste modellen gaan echter uit van een verwachte inflatie van 2% en er zijn ook deskundigen die verwachten dat het nog wel wat hoger gaat zijn. Uitgaande van reële inflatieverwachtingen concludeert Netspar dus dat een koopkrachtig pensioen onder het nieuwe stelsel niet haalbaar gaat zijn.

Nu schreef Netspar ook “Voor het vertrouwen in het nieuwe stelsel is het essentieel dat pensioen tijdens en kort na de transitie waardevast blijkt.” (onderzoeksrapport Inflatieonzekerheid, rente en stagflatie tijdens de pensioentransitie, september 2024). Oftewel: we moeten de eerste twee jaar presteren. Wat er daarna gebeurt is niet zo belangrijk.

Wat de minister met zijn brief en het aanhalen van Netspar-rapporten daarin dus zegt is: Rondom de transitie gaan de mensen er door de invaarbonus op vooruit. Dat levert een mooi plaatje van de Wet toekomst pensioenen (WTP) op en dat is belangrijk. Daarna gaan we een koopkrachtig pensioen uiteraard niet halen en dat vind ik ook niet zo belangrijk.

De minister lijkt hier te zijn blijven hangen in het maatschappelijk sentiment van twee jaar geleden. Toen was koopkracht voor gepensioneerden niet zo belangrijk. Het belangrijkste was dat pensioen minder solidair zou worden. Daar was de discussie (met “generatie-effecten” als toverwoord) helemaal op gericht.

Maar het sentiment is veranderd. Koopkracht was een belangrijk thema tijdens de Ronde Tafel in de Tweede Kamer op 20 juni 2024. En de Koepel Gepensioneerden stuurt niet voor niets een brandbrief. Door niet mee te gaan met de veranderende maatschappelijke opvattingen loopt de minister mijns inziens een politiek risico.

Wij hebben uiteraard een veel eenvoudiger antwoord. Door Koopkrachtig Solidair Pensioen naast de bestaande contracten te zetten, is een koopkrachtig pensioen (niet alleen in het eerste jaar, maar voortdurend) goed haalbaar.

Nieuwsbrief 2024 – 46 17 november 2024