Tien vragen van Agnes Joseph

Tijdens het pensioendebat van 17 januari hield actuaris Agnes Joseph in de Tweede Kamer haar maidenspeech. Ze vertelde hoe ze de wettelijk verplichte misleiding niet langer op kon brengen en daarom maar volksvertegenwoordiger is geworden. (https://www.youtube.com/watch?v=l0FDp8yy3Vo )
Ze eindigde haar speech met tien vragen aan de minister. De minister antwoordde in wollig Haags jargon. Ik kan mij voorstellen dat u dat thuis niet allemaal hebt kunnen of willen volgen. Daarom heb ik de antwoorden van de minister vertaald in meer begrijpelijk Nederlands.

1. Is de minister het met mij eens, dat pensioen bestaat uit de ingelegde premie en het daarover behaalde rendement?
   Antwoord van de minister: Deze vraag heeft de minister niet beantwoord. Het zij haar vergeven; het was slechts een inleidende vraag.
    
2. Vindt de minister dat de voorgeschreven berekeningen (die laten zien dat iedereen er altijd op vooruitgaat, wat natuurlijk onmogelijk is omdat er niet meer geld komt) een realistisch beeld geven?
   Antwoord van de minister: Ik begrijp te weinig van uw verhaal om hier antwoord op te kunnen geven.
    
3. Is de minister bereid om de wettelijk voorgeschreven communicatieberekeningen te herzien?
   Antwoord van de minister: Nee, want ik begrijp niet wat u bedoelt.
    
4. Is de minister bereid om sturing op inflatie makkelijker te maken?
   Antwoord van de minister: Nee, want ik ben überhaupt niet bereid om nog iets aan de wet aan te passen.
    
5. Heeft de minister bij de voorbereiding van de wet geschakeld met de belastingdienst, gemeentes, zorginstellingen, hypotheekverstrekkers, scheidingsprofessionals, wat op individueel niveau de gevolgen kunnen zijn van een variabel pensioeninkomen? (Er kunnen onbedoelde effecten optreden als iemand in het ene jaar een hoog en in het andere jaar een laag inkomen heeft; dan kunnen bijvoorbeeld toeslagen in totaal lager zijn dan als iemand beide jaren het gemiddelde inkomen heeft.)
   Antwoord van de minister: Nee, want ik begrijp uw probleem niet.
    
6. Is de minister bereid om de deelnemers handelingsperspectief te bieden bij invaren?
   Antwoord van de minister: Nee. Deelnemers moeten maar vertrouwen dat sociale partners voor hen de juiste keuzes maken.
    
7. Is de minister het met mij eens dat alle operationele en financiële risico’s van invaren bij de deelnemers terechtkomen?
   Antwoord van de minister: Ja
    
8. Is de minister bereid om voor pensioenfondsen ook de ingroeivariant mogelijk te maken, waarbij pensioenfondsen ook eerder kunnen indexeren?
   Antwoord van de minister: Nee, want ik ben überhaupt niet bereid om nog iets aan de wet aan te passen.
    
9. Hoe kijkt de minister aan tegen de zorgen van het Actuarieel Genootschap over de te korte deadlines voor zorgvuldige transitie- en implementatieplannen?
   Antwoord van de minister: Dat zien we later wel.
    
10. Is de minister bereid om de juridische stukken rondom invaren openbaar te maken en zo niet, waarom niet?
    Antwoord van de minister: Nee, want dat was destijds niet gebruikelijk.

Nieuwsbrief 2024 – 04 28 januari 2024